|
Hans van de SandeROKEN IS HEERLJK
Gedachtig het aloude, maar
binnenkort vergeten lied: “Was ich noch zu sagen haette dauert eine
zigarette”, zal ik het, hoewel ik zelf pijproker ben en dus q.q. wat
langer van stof, kort maken. Het eerste dat ik te zeggen
heb, is dat een discussie over roken nooit een debat kan zijn, daar de
discutanten altijd op beschamend directe wijze de eigen belangen tot een
universele richtlijn trachten te verheffen. Een typisch politiek onderwerp dus.
Door deze extreme zelfbetrokkenheid van de argumentatie lijkt een debat over
roken, zoals U vanavond zelf zult kunnen vaststellen, het meest op een
uitwisseling van krukken door invaliden: jouw krukken passen een ander nooit, je
hebt het meest aan je eigen kruk. Omdat het me toch niet zal
lukken ook maar iemand van U ergens van te overtuigen zal ik U reeds in het
begin van deze discussie mijn eigen favoriete kruk gratis aanbieden: ROKERS ZIJN DE LAATSTE HELDEN Dapperheid is al eens gelijkgesteld met een gebrek aan fantasie, (ongetwijfeld door een fantastische lafaard) en inderdaad, de onheldhaftige tegenstanders van roken blijken in veel opzichten met een rijke fantasie begaafd, ze verzinnen meer argumenten tegen roken dan de paus tegen anticonceptie. De meeste rokers komen, als echte helden betaamt, niet veel verder dan: ‘Ja, ik weet wel dat het slecht is’, en gaan dan door met hun dappere en eenzame strijd. Nog een andere kruk wil ik U niet onthouden:
TOEN
DE ZONDE OPHIELD RELEVANT TE ZIJN, HADDEN WE EEN VERVANGER NODIG: en dat werd
HET ROKEN Deze gedachte herinnert ons
aan 1705 toen tsaar Peter de Grote een openbaar debat liet houden over de vraag
of roken een zonde was. Besloten werd dat roken inderdaad, anders dan
dronkenschap een zonde was, omdat de bijbel leert dat wat door de mond naar
binnen gaat de mens niet bezoedelt, maar wat er door naar buiten gaat wel. Als U
dus alleen maar inhaleert zit U theologisch gezien goed. Maar het gaat over
rookverboden, dus daar wil ik het nu verder met U over hebben. Het eerste horecabedrijf in
Groningen dat het roken verbood is de Conditorei Novo in de Stoeldraaiersstraat,
die door een groep mensen met het Down syndroom gedreven wordt. Dit kan
natuurlijk geen toeval zijn. Indrukwekkend denkwerk zit er volgens mij inderdaad
niet achter rook-verboden, die zich tegenwoordig niet meer op zondebesef, maar
op gezondheids-argumenten baseren. Men zou bijvoorbeeld hebben kunnen denken dat
het levensverlengend zou zijn voor bezoekers en personeel van deze Mongoolse
koffieshop om niet mee te roken. Nu is het al zeer onwaarschijnlijk dat meeroken
enig gezondheids-risico met zich meebrengt, maar zelfs al was dat zo, dan is
hoogstens te verwachten dat de merendeels bejaarde bezoekers enkele minuten aan
hun levens kunnen toevoegen door het gemiste genot van het
meeroken. Het personeel, dat als alle mensen met het Downsyndroom, niet oud zal
worden, zal hiervan zelfs in het geheel niet
kunnen profiteren. Ik wil de vraag of het
uitgerekend de dommen zijn die roken verbieden, hoe voor de hand liggend ook in
verband met de bekende aanscherpende effecten van nicotine op het menselijk
intellect, niet uitgebreid behandelen. Wel wijs ik er in het voorbijgaan op dat
deze stimulerende effecten van nicotine natuurlijk covarieren met de hoeveelheid
hersenen, zodat het voor de sufferds onder ons toch niet veel zou uitmaken als
ze weer gingen roken. Wel wil ik dieper ingaan op
de vraag hoe het mogelijk is dat wij Nederlanders ons zo massaal en zo hersen-
en schaamteloos conformeren aan dit specifieke onderdeel van het uit Amerika
overgewaaide gezondheidsfetischisme? Aan rookverboden zitten twee
kanten, het gezondheidsaspect en het ergernis-aspect. Ten nadele
van de discussie worden die twee vaak door elkaar gehaald, maar ik hoop dat U
het met me eens bent dat dat geheel verkeerd is. Het gezondheids aspect is reeds
door velen behandeld. Ik vat het samen: roken heeft nadelige gevolgen voor de
gezondheid: de roker leeft korter. Daardoor worden enorme besparingen op de
gezondheidszorg bereikt, want de laatste ellendige en peperdure jaren van nieuwe
heupen en knieën, van dementie, aftakeling, staaroperaties, doofheid,
eenzaamheid en verval, worden door vele rokers niet gehaald. Helden met sociaal
gevoel roken dus tot ze niet meer kunnen, want auto-euthanasie is nog steeds
geen wetsovertreding, hoe tergend langzaam ook volvoerd. Het tweede aspect, dat van
de ergernis, wil ik wel wat uitgebreider behandelen, daar het de kern van de
zaak uitmaakt. Hoe komt het dat, toen iedereen rookte, niemand er last van had?
Met deze vraag stuiten we op een oeroud inzicht over de mens, dat evenals zovele
andere oeroude inzichten, in een sprookje is neergelegd, en wel in het sprookje
van de prinses op de erwt. U weet hoe het gaat: een prins, laten we hem prins
Caballero noemen, zoekt een vrouw, maar ze moet wel een hoger type zijn, zeer
upper class en dus zeer verfijnd. Er wordt een mogelijke kandidaat gevonden, het
meisje Belinda, en de vraag is: is ze werkelijk aristocratisch, of is ze
hopeloos lower class? De test is
natuurlijk dat Belinda, een erwt onder haar matras krijgt en zelfs met heel veel
matrassen heeft ze er nog heel veel last van, ergo: deze superverfijnde en
gevoelige vrouw moest prins Caballero hebben
Hij heeft er vast spijt van gekregen, maar daar gaat het hier niet om. Waar het wel om gaat is dat
in een democratische maatschappij als de Amerikaanse, aristocratische gewoonten
als het heel gevoelig zijn, maar ook het arrogant opleggen van je wil aan
anderen, twee sleutelkenmerken van bestrijders van het roken, kennelijk nog aan
de orde van de dag zijn. De combinatie lijkt
overigens een inherente tegenspraak te bevatten. Of je bent democratisch en dan
vind je het prima dat de essentiële onderdelen van de cultuur bestaan uit
ordinaire aftelversjes, gezongen door naar hun geslachtsdelen grijpende
gangsters, protserige auto’s,
waarin je al rijdend en je revolver strelend Red Bull, Lucky Strikes en
M&M’s consumeert, vettige hamburgers, weggespoeld met zwaar gesuikerde
limonade, en gore opdringerige parfums, gedragen door met siliconen gevulde
dellen. Je kunt ook meer aristocratisch voelen en dan ben je voor
meer verfijnde genoegens. In het eerste geval, als democraat dus, hoef je je
niet in te houden en scheld je op alles wat je niet bevalt en probeer je je
veronderstelde rechten in een CAO, ARBO of WAO onder te brengen. Het
sleutelbegrip is hier: door angst gedreven collectiviteit
In het meer aristocratische geval erger je je niet, je meent er boven
te staan en als je vindt dat er iets aan gedaan moet worden, dan doe je dat zelf.
Het sleutelwoord hier is heldhaftige individualiteit. De schijnbaar
individualistische Amerikaanse cultuur zou dus in wezen wel eens
collectivistisch kunnen zijn. Het individualisme dat we er zo overvloedig
aantreffen berust dus niet op aristocratische kracht, maar op een proletarisch
tekort er aan. Het ‘Samen komen we er wel uit’, dient daarom gezien als een
laatste en ouderwetse opflakkering van aristocratisch heldendom. Vandaar ook dat
het zo weinig succes had, de meeste gewone mensen zijn bang en in het geheel
niet aristocratisch. Ze willen daarom strenge normen en waarden. Nu we geconstateerd hebben
dat het rookverbod inherent democratisch is, kunnen we slechts sidderend
afwachten wat het angstgedreven collectieve denken nog meer voor ons in petto
heeft. We hebben al rookverboden,
verplichte inenting, continue vrees voor kanker, BSE, anthrax en vogel-pest en -griep,
we hebben bromfietshelmen, veiligheids-gordels, -zitjes en -zakken,
ziektekostenverzekeringen, strenge milieu en anti-discriminatie wetgeving, we
respecteren de Rechten van de Mens; Welke andere producten van politieke
correctheid zullen er in ons lange, en dank zij de rookwetgeving misschien wel
ellendig lange leven, nog bijkomen? Dames en heren:
Hoe redelijk de voorgaande overwegingen ook mogen zijn, er blijft een probleem.
Waarom staan we zingende gangsters, parfums, hamburgers, siliconen, marihuana,
coca cola, m&m’s en protserige auto’s toe, ondanks hun bekende
gezondheidsrisico’s, en verbieden we de Lucky Strikes? Waarom waren we enorm
bang voor Aids tot er symptoombestrijdende middelen voor gevonden werden, zodat
we onbekommerd en onbeschermd weer met elkaar kunnen omgaan zoals Pim dat graag
zag? Zouden we inderdaad zo laf zijn, dat als er een pil tegen de symptomen van
longkanker kwam, we allemaal weer aan de Javaanse Jongens zouden gaan? Is al dat
gelul over ‘roken is vies’ dan slechts een door angst voor het eigen hachje
gedreven variatie op het ‘zonde is vies’ uit mijn jeugd?
|
[van de Sande in lezingen] [interessante links][CV] [essays] [PPT's] Laatst bijgewerkt: 17 September 2013 |